Spring naar inhoud
Jouw omgeving Accare homepage

Effect ADHD-medicatie

Wat is het effect van ADHD-medicatie op het zich ontwikkelende brein?

Status
Afgerond

Kinderen met ADHD gebruiken vaak medicijnen. We onderzochten de invloed van ADHD-medicatie op de ontwikkeling van de hersenen van kinderen met ADHD, en wat de effecten zijn die pas later, bijvoorbeeld in de jonge volwassenheid, aan het licht komen. Het onderzoek valt onder NeuroImage.

Achtergrond

Kinderen met ADHD gebruiken vaak medicijnen, zoals ritalin, concerta of strattera. In veel gevallen helpen deze medicijnen de kinderen om zich beter te kunnen concentreren. Omdat deze medicijnen veel worden voorgeschreven is het belangrijk om te weten wat de effecten van het gebruik ervan zijn op de ontwikkeling van het brein van kinderen.

De resultaten

Onze bevindingen wijzen niet op schadelijke effecten van stimulantia op de ontwikkeling van het brein. Medicatiegebruik leidt niet tot veranderingen in de dikte van de hersenschors, het volume van het striatum of activatiepatronen in het striatum tijdens beloning. We vinden ook geen aanwijzingen voor beschadiging van de frontostriatale witte stof connectiviteit na gebruik van ADHD medicatie. Bovendien vinden we dat kinderen met ADHD die medicatie gebruiken dezelfde ontwikkeling laten zien in hun gedrag als kinderen met ADHD die geen medicatie gebruiken.

We vinden één aanwijzing voor een structurele verandering in het brein, in een specifieke patiëntgroep. Bij jong behandelde kinderen die drager zijn van genvariant DRD4 7R-allel, staat meer blootstelling aan stimulantia in verband met een groter volume van de hippocampus. De hippocampus is belangrijk voor leren en geheugen. Bij onze deelnemers is het geheugen helaas niet gemeten; echter geheugenproblemen gaan meestal juist gepaard met een kleiner, niet groter, volume van de hippocampus.

We vinden sporadisch aanwijzingen voor mogelijk positieve of normaliserende effecten van ADHD medicatie op de ontwikkeling van het brein. Zo vinden we dat de frontaalschors kleiner is bij kinderen, jongeren en jongvolwassenen met ADHD vergeleken met leeftijdsgenoten zonder ADHD. Bij jonge patiënten met genvariant DRD4 7R-allel die stimulantia gebruiken is de frontaalschors niet afwijkend kleiner. Een positieve effect van stimulantia kan zich ook manifesteren in een compensatoir proces. We vinden dat patiënten met een geschiedenis van vroeg-begonnen en hoog-gedoseerde behandeling, maar niet patiënten met een geschiedenis van laat-begonnen en laag-gedoseerde behandeling, tijdens beloning activatie in hersengebieden laten zien die belangrijk zijn voor cognitieve controle. Voor patiënten met ADHD, die vaak geneigd zijn impulsief te reageren op beloning, is meer cognitieve controle waarschijnlijk positief.

Alles tezamen concluderen we dat de lange-termijn effecten van behandeling met stimulantia op het zich ontwikkelende brein met ADHD subtiel zijn. Veel vaker dan wél, vinden we géén verband tussen medicatie en breinstructuur. We vinden geen aanwijzingen voor schadelijke effecten, maar ook weinig bewijs dat langdurig medicatiegebruik de ontwikkeling van het brein zou kunnen normaliseren. We vinden geen lange-termijn positieve dan wel negatieve gevolgen van medicatiegebruik op de ontwikkeling van ADHD symptomen of sociaal-emotioneel of cognitief functioneren. In andere woorden: de sporadische veranderingen die we wel vinden in het brein, lijken zich dus niet te vertalen naar beter of slechter functioneren.

Onze bevindingen wijzen niet op schadelijke effecten van stimulantia op de ontwikkeling van het brein.

Pieter Hoekstra, hoogleraar

Het onderzoek

In dit onderzoek hebben we geprobeerd deze en andere vragen over medicijngebruik bij kinderen met ADHD te beantwoorden. We maakten daarvoor gebruik van gegevens uit een groot lopend onderzoek, dat deels plaatsvond aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en de Vrije Universiteit in Amsterdam. Meer dan 800 kinderen en hun ouders hebben neuropsychologische tests gemaakt, DNA afgestaan, vragenlijsten ingevuld, en meegewerkt aan interviews. Daarnaast is er bij de kinderen een MRI-scan van hun hersenen gemaakt en hebben we van apotheken gedetailleerde informatie gekregen over hun medicijngebruik. Door al deze informatie samen te voegen hebben we een beter beeld gekregen van de effecten van ADHD-medicatie op het zich ontwikkelende brein.