ADHD@Home

De behandeling van kinderen met ADHD bestaat vaak uit het volgen van een poliklinische oudertraining door ouders en/of het voorschrijven van medicatie aan kinderen. Uit onderzoek is gebleken dat veel kinderen van deze behandelvormen goed opknappen. Er is echter ook een groep kinderen bij wie dit onvoldoende werkt. Bij die kinderen is het gebruikelijk om een thuisbehandeling te starten. Er komt dan een behandelaar bij het gezin thuis om samen met ouder(s) en het kind te werken aan de behandeling van het kind.

Het doel van het ADHD@home project was de werkzaamheid van een nieuwe, kortdurende, gedragstherapeutische thuisbehandeling (Behavioral Parent Training Groningen@home [BPTG@home]) bij kinderen met ADHD en gedragsproblemen, die onvoldoende geprofiteerd hebben van eerdere behandelingen, te onderzoeken. Dit deden we in samenwerking met verschillende poliklinieken van Accare, Lentis en GGZ In de Bres. De centrale vraagstelling was: werkt BPTG@home bij kinderen met ADHD en gedragsproblemen die al andere vormen van hulp gehad hebben? Verder wilden we ook op andere vragen antwoord krijgen, zoals: welke verandering in het kind zien we direct na de behandeling en welke als de behandeling al langere tijd gestopt is? Zijn ouders het ouderschap anders gaan invullen en zijn ze het ouderschap anders gaan beleven na de behandeling? Dit onderzochten we door drie groepen kinderen en ouders met elkaar te vergelijken: de eerste groep kreeg de nieuwe vorm van thuisbehandeling (BPTG@home), de tweede groep de gebruikelijke vorm van thuisbehandeling (Intensieve Psychiatrische Thuisbehandeling [IPG]) en de derde groep startte na een periode van vier maanden met een van beide thuisbehandelingen. Deze laatste groep kreeg tijdens deze vier maanden natuurlijk wel alle andere benodigde zorg (met uitzondering van thuisbehandeling). Door loting werd bepaald in welke groep de kinderen kwamen. Voor, tijdens en na de behandeling of de wachtperiode vonden er, vooral met ouder(s), metingen plaats. Dit gebeurde onder andere door het afnemen van vragenlijsten en interviews.

Ouders die BPTG@home kregen gaven aan dat hun kinderen direct na de behandeling minder gedragsproblemen hadden en minder ADHD gedrag vertoonden. Zowel in vergelijking met kinderen van ouders die op de wachtlijst voor thuisbehandeling stonden als met kinderen van ouders die IPG kregen. Zes maanden na afronding van de behandeling bleken ouders die BPTG@home ontvingen de gedragsproblemen van hun kind als minder problematisch te ervaren dan ouders die de gebruikelijke thuisbehandeling kregen. 

BPTG@home duurde meer dan de helft korter en omvatte ruim de helft minder huisbezoeken dan IPG.