Aggressotype
Welke factoren spelen een rol bij agressief gedrag?
Het Aggressotype onderzoek is een grootschalige Europese studie naar de oorzaken van verschillende vormen van agressief gedrag. Tijdens dit onderzoek is onder meer gekeken naar de rol van gedragsmatige aspecten, genen, informatieverwerking, (neuro)biologische processen en de werking van de hersenen.
Achtergrond
Het ene kind is opvliegend, wordt snel boos of maakt snel dingen kapot. Een ander kan agressief gedrag gebruiken om iets te bereiken of om gevaar te ontwijken. Echter, teveel agressie of grensoverschrijdend gedrag (denk bijvoorbeeld aan stelen of liegen) kan nadelige gevolgen hebben. Voor het kind zelf, voor het gezin, maar ook voor de maatschappij. Er zijn vele verschillende oorzaken van agressief gedrag. Zo spelen aanleg (onze genen) en omgevingsfactoren beide een rol. Tegelijkertijd zijn er ook verschillende soorten agressief gedrag: terwijl het ene kind meer emotioneel-agressief is als reactie op de omgeving, is het andere kind meer vanuit zichzelf agressief om bepaalde doelen te bereiken.
Het onderzoek
Binnen het Aggressotype onderzoek hebben we data verzameld door gebruik te maken van computertaken, genetische informatie (bloedprikken), vragenlijsten en de MRI-scanner om de werking van de hersenen te onderzoeken. Deze informatie werd vergeleken tussen kinderen en jongeren met en zonder agressief gedrag. Ook werd de relatie tussen deze kenmerken en verschillende vormen van agressief gedrag onderzocht.
Dit onderzoek is uitgevoerd om erachter te komen waarom sommige kinderen agressief worden en welke kinderen de grootste kans lopen om agressief gedrag te laten zien. Het uiteindelijke doel van het onderzoek is bij te dragen aan een betere behandeling van agressief gedrag.
De dataverzameling bij Accare liep vanaf mei 2016 tot en met juni 2017. Vanuit de verschillende centra verspreid over Europa deden in totaal 190 kinderen en jongeren tussen 8 en 18 jaar mee, waarvan 86 kinderen en adolescenten zonder agressief gedrag.
Samenwerking
Het onderzoek is gefinancierd door de Europese Commissie (FP7 programma) en vindt in meer dan elf Europese landen en twintig klinische centra plaats. In Nederland is het onderzoek een samenwerking tussen Accare, het Universitair Medisch Centrum Groningen, Karakter kinder- en jeugdpsychiatrie en het Donders Instituut Nijmegen. Binnen Accare zijn Renee Kleine Deters en Gülhan Saracaydin als promovendi bij het onderzoek betrokken. Zij richten zich op informatieverwerking en hersenfuncties.
Resultaten
Meer informatie en resultaten staan op de onderzoekswebsite.