BIRD
Onderzoek naar vroege verschijnselen van ontwikkelingsstoornissen
In de BIRD studie kijken we naar vroege verschijnselen van ontwikkelingsstoornissen. Hiervoor hebben we 1700 kinderen onderzocht en keken we of kenmerken in de motoriek en de neurologie op de babyleeftijd voorspellend waren voor problemen in de ontwikkeling op de kleuterleeftijd.
Achtergrond
Problemen in de ontwikkeling komen bij 10-17% van de kinderen voor. Deze problemen kunnen invloed hebben op het leven van een kind en zijn of haar omgeving. Een voorbeeld van een probleem in de ontwikkeling is moeite hebben met bewegen (de motoriek). Wanneer een kind hier veel last van heeft, wordt dit ook wel DCD genoemd. DCD staat voor ‘Developmental Coordination Disorder’. Andere voorbeelden zijn je niet goed kunnen concentreren of moeite hebben om met andere kinderen om te gaan. Dit kan passen bij ontwikkelingsstoornissen waar u misschien wel vaker wat over hoort, namelijk ADHD en autisme. Problemen in de ontwikkeling worden nu vaak pas laat opgemerkt, bijvoorbeeld als het slecht gaat op school of wanneer het gymmen of knutselen niet goed lukt. Terwijl ouders soms al wel veel eerder zorgen hebben over de ontwikkeling van hun kind. Hierdoor kunnen ouders zich soms niet gehoord en begrepen voelen. Kinderen zelf kunnen zich onzeker voelen. Bovendien kunnen kinderen daardoor pas later worden geholpen.
Dit onderzoek zal bijdragen aan kennis over vroege signalen van problemen in de ontwikkeling. Zo hopen we problemen in de ontwikkeling in de toekomst eerder te kunnen ontdekken.
Het onderzoek
De BIRD studie is een vervolgproject van de IMP-SINDA normeringsstudie, die plaatsvond tussen 2017-2019. We hebben destijds 1700 baby’s onderzocht om gemiddelde scores (‘normgegevens’) te verzamelen voor twee instrumenten: de IMP en de SINDA. Dit zijn testen om de ontwikkeling van jonge kinderen te beoordelen. In de BIRD studie onderzochten we dezelfde kinderen op vier of vijf jarige leeftijd en bekeken we of de vroege scores op de IMP en SINDA voorspellend waren voor ontwikkelingsproblemen op de kleuterleeftijd.
De studie bestond uit 2 delen. In deel 1 hebben we alle ouders gevraagd om een digitale vragenlijst in te vullen. Deze vragen gingen over de ontwikkeling van het kind. In deel 2 hebben we een neurologisch, een motorisch en een intelligentieonderzoek gedaan bij het kind. Tijdens het onderzoek hebben we aan de ouders gevraagd om nogmaals een vragenlijst in te vullen. Daarnaast zijn leerkrachten benaderd om eenmalig een digitale vragenlijst in te vullen.
Het onderzoek vond plaats bij de afdeling ontwikkelingsneurologie in het UMCG of bij de gezinnen thuis.
De onderzoekers
Annelies de Bildt, Pieter Hoekstra, Anneke Brandsma en Selena Rosinda zijn betrokken bij het onderzoek vanuit Accare en Mijna Hadders-Algra en Kirsten Heineman vanuit de ontwikkelingsneurologie (onderdeel van de kindergeneeskunde) van het UMCG.
Voor meer informatie kun je mailen naar bird@umcg.nl.
Samenwerking
Universitair Medisch Centrum Groningen, afdeling ontwikkelingsneurologie (onderdeel van het Beatrix kinderziekenhuis).