Lange-termijn beloop ADHD
Wat bepaalt het lange-termijn beloop van ADHD -symptomen in bij jongeren?
ADHD symptomen nemen vaak af in de puberteit, maar niet bij iedereen. Verschillende omgevingsinvloeden kunnen een rol spelen bij het beloop van ADHD, maar het kan ook afhangen van je genen. In dit onderzoek keken we naar hoe genen en omgeving invloed hebben op het beloop van ADHD bij jongeren.
Achtergrond
Jongeren met ADHD hebben problemen op het gebied van aandacht, hyperactiviteit en/of impulsiviteit. Door hun drukke en chaotische gedrag functioneren zij vaak minder goed op school, in het gezin en in de omgang met leeftijdsgenoten. Hierdoor kan de kwaliteit van leven bij jongeren met ADHD behoorlijk worden aangetast. Zowel omgevingsfactoren als erfelijkheidsfactoren spelen een rol bij het ontstaan en het beloop van ADHD. Genen en omgeving beïnvloeden elkaar: soms heeft een bepaalde omgevingsfactor alleen invloed wanneer men een bepaald gen heeft. Dit noemen we een gen-omgevingsinteractie.
Het onderzoek
De studie maakte deel uit van het TRAILS onderzoek (TRacking Adolescents’ Individual Lives Survey), waarin 2500 Noord-Nederlandse kinderen en jongeren sinds 2001 in hun ontwikkeling werden gevolgd. In dit project onderzochten we of verschillende omgevingsfactoren (zoals zwangerschapsfactorencomplicaties, opvoeding, stressvolle gebeurtenissen) en verschillende genen een rol spelen bij het beloop van ADHD-symptomen bij jongeren van 10 tot 16 jaar.
De resultaten
Het onderzoek bestaat uit drie deelonderzoeken. Je kunt hieronder (onder publicaties) elk van deze onderzoeken apart bekijken. Op dit moment wordt er nog gewerkt aan een vierde onderzoek, deze zal ter zijner tijd ook hieronder worden gepubliceerd.
Met de kennis die uit dit onderzoek voortkomt kan de behandeling van ADHD beter worden afgestemd op het kind en zijn of haar ouders of verzorgers.
Wat betekenen deze resultaten voor de praktijk?
Tot nu toe was er nog vrij weinig bekend over de invloed van gen-omgevingsinteracties op het beloop van ADHD bij jongeren. Met de kennis die hieruit voortkomt kan de behandeling beter worden afgestemd op het kind en de ouders/verzorgers.
Samenwerking
Dit onderzoek voerden we uit in samenwerking met het Universitair Medisch Centrum Groningen.