Spring naar inhoud
Jouw omgeving

Onderzoek naar toepassing richtlijnen bij ADHD

Richtlijnen voor het diagnosticeren en vaststellen van het behandelplan bij kinderen met ADHD worden te vaak onvoldoende toegepast

Het is van belang dat de richtlijnen voor het diagnosticeren en vaststellen van het behandelplan bij kinderen met ADHD goed gevolgd worden. Te vaak worden deze richtlijnen onvoldoende toegepast. Dat blijkt uit onderzoek van het Accare Child Study Center onder leiding van Pieter Hoekstra, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie.

Het onderzoeksteam analyseerde 500 dossiers van kinderen die methylfenidaat voorgeschreven hadden gekregen. Er werd gekeken naar hoe het diagnostisch proces en het voorschrijven was verlopen.

Eén van de opvallendste resultaten is dat in slechts 1% van de gevallen in het dossier is terug te vinden dat een inschatting is gemaakt van ernst van de ADHD. Terwijl dat nou juist volgens de richtlijnen bepaalt of een kind wel of geen medicatie als eerste stap in de behandeling zou moeten krijgen. Bij minder ernstige ADHD wordt als eerste (en bij voorkeur enige) behandelstap leerkrachttraining of oudertraining verkozen boven het gebruik van medicatie. 

Een goede klinische inschatting zou de basis moeten zijn voor het behandelplan.

Pieter Hoekstra, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie

Voor de inschatting van de ernst van ADHD bevelen de richtlijnen aan een klinische inschatting te maken op basis van onder meer semigestructureerde interviews met ouders en leerkrachten. Opvallend is dat clinici slechts in een kwart van de onderzochte gevallen een dergelijk interview bij de ouders van het kind afnamen. De aanbeveling om met de leerkracht van het kind te spreken werd in driekwart van de gevallen opgevolgd, echter meestal werd daar geen semigestructureerd interview voor gebruikt.  

Hoekstra: “Een goede klinische inschatting zou de basis moeten zijn voor het behandelplan. De resultaten uit dit onderzoek zouden kunnen betekenen dat kinderen met een milde vorm van ADHD onterecht medicatie gebruiken en hun ouders en leerkrachten niet de psychosociale begeleiding krijgen die ze kan helpen. Dat is zonde, zeker omdat dit door het goed volgen van de richtlijnen voorkomen kan worden.”

Het onderzoek werd uitgevoerd met een subsidie van ZonMw als onderdeel van het programma ‘Goed gebruik geneesmiddelen’.  

Meer weten? Neem contact op met